Hoe voorkom je onnodig strooien tijdens het gladheidseizoen?

vr 14 oktober 2022

3 minutes read
Voorkom onnodig strooien

Een snelweg vrij van sneeuw. Foto: AdobeStock / VanderWolf Images

Jouw strooibeleid doet ertoe.

Als gladheidcoördinator wil je jouw werk zo optimaal mogelijk uitvoeren. Bij het uitzetten van strooiacties houd je rekening met verschillende zaken, zoals kosten, werkdruk en het milieu. Je zult soms verantwoording moeten afleggen over jouw strooibeleid. Dat betekent dat je onnodige strooiacties zoveel mogelijk wilt voorkomen. Onderstaande tips kunnen je daarbij helpen.

Het maken van de juiste keuzes op het moment dat het er toe doet, is erg belangrijk. Achteraf is het altijd makkelijker oordelen of er wel of niet gestrooid had moeten worden. Jij moet die keuze vooraf maken, en dat brengt een hoop verantwoordelijkheid met zich mee. Advies van een weerbureau kan je helpen bewuste keuzes te maken voor een optimale gladheidsbestrijding.

1. Gebruik een lokale weersverwachting

Aan de hand van de weersverwachting wordt bepaald of er gestrooid moet worden. Gebruik daarvoor echter niet de weersverwachting voor consumenten, zoals op tv, Teletekst of online weerberichten. Ook meeliften op de weersverwachting en het strooiadvies van de provincie of Rijkswaterstaat is niet nauwkeurig. Het gladheidsrisico wordt namelijk gebaseerd op weersverwachtingen van een veel groter gebied dan jouw gemeente. En dat hoeft niet automatisch te betekenen dat het ook glad wordt in het gebied waar jij verantwoordelijk voor bent. Voor gladheidsbestrijding heb je een weersverwachting nodig op lokaal niveau, specifiek voor jouw gemeente. Alleen met een lokale weersverwachting kun je onnodig strooien voorkomen.

Ga voor een nauwkeurige lokale weersverwachting de samenwerking aan met een weerbureau. Op basis van jouw lokale kennis, adviseren zij over de gladheidsrisico’s voor jouw gemeente. Zij spelen met de juiste weersinformatie in op de beslismomenten die jou als gladheidsbestrijder in het winterseizoen te wachten staan.

2. Houd flexibiliteit in je strooiprotocol

Het beste moment om te strooien, is heel erg afhankelijk van de situatie. Is het duidelijk dat er in de nacht gladheid ontstaat? Dan kan er in de avonduren gestrooid worden. Is het nog onduidelijk of er gladheid gaat komen? Dan kun je afwachten en rond 3 of 4 uur beslissen of je gaat strooien. Dit betekent wel dat je in de nacht met de strooiwagens op pad moet, net voordat de spits op gang komt. Toch kun je er een aantal onnodige strooibeurten per jaar mee uitsparen.

Een weerbureau kan je helpen bij de planning. Als je twijfelt of het nodig is wel of niet te strooien, geven ze advies op maat voor jouw gemeente. Daarnaast kunnen ze je ook helpen bij het maken van een keuze rondom het juiste tijdstip om te strooien. Zij houden 24/7 de weersituatie voor jouw gemeente in de gaten en kunnen op basis daarvan een gericht advies uitbrengen. Daarmee ben je zekerder van je zaak, blijft jouw strooiprotocol flexibel en hoef je niet zelf midden in de nacht de weersituatie in de gaten te houden.

3. Zorg dat jouw kennis van het materiaal op orde is

Voordat je gaat strooien, bepaal je het aantal gram zout per m2 dat nodig is bij het type gladheid dat je wilt bestrijden. Daar stel je de strooiwagen op in. Daarnaast zijn veel strooiwagens ingericht met sensoren voor de juiste strooibreedte. Zo wordt op een fietspad minder breed gestrooid dan op driebaanswegen. Zorg dat jouw kennis van de strooiwagen op orde is, zodat je alles goed kunt instellen en bijstellen waar nodig. Je kunt hiermee voorkomen dat je een corrigerende tweede ronde moet rijden omdat bijvoorbeeld de breedte van het wegdek niet goed stond ingesteld. Zorg ook bij zware winterse neerslag, zoals sneeuwval, dat borstels en sneeuwschuivers klaarstaan.

Meer tips over gladheidsbestrijding? Volg Infoplaza Gladheidsbestrijding op LinkedIn

4. Weet wanneer er nog voldoende zout ligt

Beschikt jouw gemeente over sensoren in het wegdek? Dan kun je in het gladheidmeldsysteem (GMS) aflezen of er nog voldoende zout op de weg ligt. Daarmee bepaal je of het nodig is om te strooien of niet. Bij zoutwaardes tussen 250-1000 µS ligt er nog voldoende zout. Valt de waarde onder 250? Dan betekent dit dat er onvoldoende zout ligt en er gestrooid moet worden. Natuurlijk is het ook belangrijk om hierbij ook de verwachting mee te nemen. Bij een waarde van 250-500 µS en een grote kans dat het zout verder zal verdunnen (door zware condensatie of neerslag) is het goed de weg tijdig te voorzien van een verse laag zout.

Beschikt jouw gemeente nog niet over wegdeksensoren? Sinds kort zijn er nieuwe IoT sensoren beschikbaar. Deze beschikken over een batterij en functioneren daardoor zonder stroomvoorziening. Ook gaat het plaatsen van dit nieuwe type sensoren een stuk sneller dan de oudere modellen. Er hoeft namelijk niet meer in het wegdek gefreesd te worden voor bekabeling. Investeren in een goed meetsysteem geeft meer controle op gladheidsbestrijding en kan jouw gemeente vele strooiacties besparen.

Vraag om persoonlijk advies

Wil jij onnodig strooien voorkomen tijdens het gladheidseizoen? En op tijd de beslissing kunnen nemen wanneer je moet strooien? Vraag dan nu een gratis persoonlijk advies aan met een gladheidexpert en ontdek de mogelijkheden. Samen kijken we of je klaar bent voor de winter en wat er nodig is om de gladheidsbestrijding binnen jouw gemeente te optimaliseren. 

Gratis advies

Blijf op de hoogte;
wij brengen jou naar het beslispunt

Meld je aan voor betrouwbare informatieoplossingen en sluit je aan bij 4.500+
maritiem-, verkeers-, ov- en metocean-professionals die op ons vertrouwen.