Rijp en ijs op de bovenleidingen: het is een hoofdpijndossier voor spoorbeheerders in de winter. Welke voortekenen zien we in de weerkamer en wat kunnen ze op het spoor het beste doen om veel uitval van treinen en vertraging te voorkomen?
Rijp ontstaat bij koud winterweer met een hoge luchtvochtigheid. Bij droge vrieskou hoeven we weinig overlast door rijp te verwachten. De term waterkoud past perfect bij het weertype waarbij rijp ontstaat.
In de koude lucht daalt op een gegeven moment ook de temperatuur van de bovenleiding tot onder het vriespunt. Waterdamp en minuscule waterdruppels die in de lucht zweven en in contact komen met de stroomkabels bevriezen dan direct. We noemen het rijp zodra je een witte laag ziet.
De bovenleidingen hangen in Nederland op net iets meer dan vijf meter boven de grond. Dat betekent dat de onderste laag van de atmosfeer behoorlijk afgekoeld moet zijn voor rijp. Vorst aan de grond is niet voldoende voor grootschalige rijpvorming en dan zie je bijvoorbeeld alleen rijp op grassprieten, zoals in de onderstaande foto. In de meest extreme gevallen met hele vochtige en koude lucht kan gedurende de nacht een rijpaanzetting van enkele centimeters op de bovenleidingen ontstaan.
Een mistige ochtend met rijp op het gras. Foto gemaakt door Ben Saanen.
Verschillende soorten rijp
De temperatuur, luchtvochtigheid en hoe hard het waait bepalen in welke mate en in welke vorm rijp tot ontwikkeling komt. Meestal onderscheiden we twee soorten: rijp en ruige rijp. Die laatste ontstaat vooral als er net iets meer wind staat. Als het vriest en de bovenleidingen gehuld zijn in een dikke laag mist treedt hetzelfde fenomeen op, alleen dan noemen we het aanvriezende mist.
De vonken spatten eraf
In het geval van een dun laagje rijp kan de stroomafnemer van de trein (de pantograaf) die contact maakt met de stroomkabels de ijskristallen er nog af schrapen. Vaak gaat dit gepaard met vonken en lijkt het op vuurwerk. Als je langs het spoor staat hoor je het ook knetteren. Het ziet er spectaculair uit, maar het levert veel schade en slijtage op aan het materiaal: zowel aan de trein als aan de bovenleiding.
Vonken worden zichtbaar door het contact van de trein met de bovenleiding. Foto: Ab Donker
De trein komt volledig tot stilstand als de laag rijp zo dik is geworden dat er geen contact meer is tussen de bovenleiding en de trein. Om dit te voorkomen kunnen de spoorbeheerders er op basis van de weersverwachting voor kiezen om op bepaalde trajecten in de nacht treinen preventief door te laten rijden. Dit worden schraapritten genoemd.
Verschil tussen rijp, ijzel en ijs
IJzel ontstaat als onderkoelde waterdruppels in contact komen met een bevroren bovenleiding en direct bevriezen. Maar wat zijn die onderkoelde druppels precies? In het geval van ijzel vallen er sneeuwvlokken hoger in de atmosfeer. Na een tijdje komen de sneeuwvlokken, terwijl ze omlaag dwarrelen, in warmere lucht terecht en ze smelten om naar waterdruppels. Helemaal in de onderste laag van de atmosfeer, vlak boven de grond, ligt de temperatuur weer onder nul. De regendruppels blijven alleen niet lang genoeg in deze luchtlaag om weer te bevriezen. Wat eerst een sneeuwvlok was raakt de bovenleiding als een onderkoelde druppel.
Het verschil met rijp is dat je dan niet zo’n witte laag ziet. IJzel levert vaak veel meer problemen op en de treinen kunnen pas weer rijden als het ijs volledig is gesmolten. Schraapritten worden soms preventief ingezet, maar omdat het ijs veel harder is dan bij rijp heeft dit vaak een heel beperkt effect.
In het geval van koud en nat weer met lokale regenbuien kan vergelijkbare overlast optreden, maar de ontstaanswijze is net iets anders. In dit geval worden de bovenleidingen nat om vervolgens te bevriezen. Dit kan ook een keiharde ijslaag opleveren en is net als ijzel lastig te bestrijden. Eind november 2025 gebeurde dit op een aantal trajecten waardoor de ochtendspits druk verliep met vertragingen en uitgevallen treinen.
Krantenkop van het AD naar aanleiding van vertraging door ijs op de bovenleiding. Op de beeldschermen stond "rijp op de bovenleiding" als oorzaak, maar dat was dus eigenlijk niet aan de orde. Bron: AD
Door het uitvoeren van schraapritten bij rijp verloopt de opstart van de dienstregeling in de ochtend met iets minder uitval op de trajecten waar treinen hebben gereden. Dat kan natuurlijk niet de hele nacht volle bak doorgaan en op alle trajecten, waardoor er in het geval van risicovolle weersomstandigheden altijd met hinder rekening moet worden gehouden.
Zeker in het geval van (dichte) mist en lokale regenbuien kan het patroon grillig zijn en is het lastig om op voorhand een heel gedetailleerd risicogebied aan te wijzen. IJs en rijp aan de bovenleidingen blijven daardoor een risico waar vervoerders en reizigers zich moeilijk op kunnen voorbereiden.